Als kind mocht ik met een simpele Agfa fotocamera van mijn vader mijn eerste dia maken. Ik kan me het machtige gevoel nog precies voor de geest halen. Kon alles vastleggen wat voor de lens kwam. Ik realiseerde me opeens dat er zoveel mogelijkheden waren om mij creatief uit te leven.
Het werd een shot van een aankomende trein. Op een spoorwegovergang waar ik vaak stond te kijken. Volgens mij moet ik met een camera om mijn nek zijn geboren. Heb mezelf alles aangeleerd. In 1974 maakte de tv-jeugdserie ‘Q & Q’ van de KRO grote indruk. Erik van ’t Wout speelde Aristides Quarles van Ispen. Hij leek voor wat betreft uiterlijk op mij. Fotograferen als hobby. Had een enorme telelens en ontwikkelde zijn foto’s zelf. Maakte samen met zijn vriendje Wilber Quant per ongeluk een foto van een dode man in het bos. De wijze waarop de serie was gemaakt, vond ik enorm spannend. Het was voor die jaren een groot succes. Als ik de dvd’s van deze serie nu weer terug zie, bekruipt me datzelfde gevoel.
Ik begon met smalfilm. En ik weet nog goed dat ik van mijn spaargeld, samen met mijn vader en broer, bij een fotozaak in Den Haag een smalfilmcamera van het merk Magnon kocht. Onafscheidelijk was ik met dat grote apparaat. Daarna begon ik video ernaast te doen. Kon van een oom een complete VCC-set overnemen. Loodzwaar, je werkte met een camera en een losse recorder. Uiteindelijk ben ik alleen met fotografie verder gegaan. Zo reis ik jaarlijks een of meerdere keren af naar Groot Brittannië, omdat daar zo’n mooie foto’s van de natuur en de oude geschiedenisplekken te maken zijn. Fotografeer er ook steevast vuurtorens en klassieke dubbeldekkers, op de meest afgelegen plaatsen. Dat stukje nostalgie heeft een enorme aantrekkingskracht op me. Waarom? Geen idee. Misschien iets uit mijn vorige leven?