Frits Sissing: ‘Vroeger hadden we nauwelijks reconstructies.’

‘Ik word vaak aangegrepen door de zaken die we behandelen. En dan hoop je toch heel sterk dat ze worden opgelost’, aldus Frits Sissing (foto: Richard Helwig).

Ondanks dat het onderwerp misdaad me niet blij maakt, kijk ik graag naar Opsporing Verzocht. Het heeft impact doordat er gebruik wordt gemaakt van reconstructies. Over dit onderwerp interviewde ik in het jaar 2005 Frits Sissing, toen presentator en eindredacteur van dit AVRO (nu AVROTROS) televisieprogramma.

Een reconstructie valt in de categorie docudrama, ook wel non-fictie drama genoemd. De kerntaak hiervan is het zo goed mogelijk weergeven van een feitelijke gebeurtenis. De productietijd bij Opsporing Verzocht is erg kort, er moet immers elke week een uitzending worden gemaakt. Frits Sissing: ‘Vroeger hadden we nauwelijks reconstructies. Jaap van Meekren en Will Simon deden hun presentatie voor een zwart decor in de studio en hielden een praatje op de plaats van het misdrijf. Nelleke van der Krogt, mijn voorgangster, heeft voor een doorbraak gezorgd door politie en justitie ervan te overtuigen dat reconstructiefilms een noodzakelijk iets waren. Langzamerhand werden er steeds meer zaken op deze wijze gevisualiseerd.’

Het programma beschikt over een oneindige formule, legde Frits me uit. ‘Zolang het voor politie en justitie interessant blijft, gaan we ermee door. Natuurlijk spelen de kijkcijfers ook een belangrijke rol. Ik word vaak aangegrepen door de zaken die we behandelen. En dan hoop je toch heel sterk dat ze worden opgelost. Wat we ermee willen bereiken is dat het geheugen van de kijker wordt aangesproken en opgefrist. Dat kun je beter doen door te laten zien wat er op de plaats van het misdrijf precies gebeurd is dan door iemand een verhaaltje te laten vertellen. Bovendien is een reconstructie een goede manier om duidelijk te maken wat de impact is van een misdrijf. Als potentiële tipgevers zien hoe ernstig een zaak is, worden ze hopelijk over de streep getrokken om hun verhaal aan de politie kenbaar te maken.’